Bij ons vertrek uit Tata werden wij bij de
politiecontrolepost aan de kant gezet.
De agent vroeg ons 'do you speak English'. Ja natuurlijk
spreken wij Engels. Hij zei 'well I don't' en begon hard te lachen. Dan maar
verder in het Frans.
Waar de reis naar toe ging vandaag. Naar Lac Iriki: het
drooggevallen zoutmeer waar vroeger de topsnelheden van de Parijs Dakar ralley
werden gehaald.
Hij bestudeerde onze kaart terwijl wij de route aanwezen. 'Goede
reis dan' riep hij en zwaaide ons hartelijk uit.
We namen de doorgaande geasfalteerde tweebaansweg N12 naar
Foum Zguid en voerden op de gps het startpunt van de offroad piste in. Het
landschap langs de N12 ging over in woestijn compleet met kamelen en bedouïden.
Eenmaal offroad kwamen wij in een onwaarschijnlijk groot mooi
landschap van zand- en zoutvlaktes, kiezels, rotsen en kleine zandtornado's die
voor onze auto voorbij kolkten.
Aan de
hand van onze gps en het roadboek reden we na de immense vlakte omhoog een
heuvel op. Daar stuitten we op een militaire controlepost. De slagboom was
gesloten en uit het poortwachtershuisje kwamen 2 jonge militairen beiden
voorzien van vlassige snorretjes en te grote militaire uniformen polshoogte
nemen bij de auto. Zij probeerden zich tevergeefs een ontzagwekkende brede
houding te geven in hun groene pakken en
petjes. Wie wij waren en waar we vandaan kwamen en waar we naar toe gingen. Met een streng gezicht noteerden zijn het kenteken
van de auto. De enige Engels sprekende militair vertrok met onze paspoorten naar
het poortwachtershuisje en liet zich een kwartier niet meer zien. Geen idee wat
hij met de paspoorten heeft gedaan, maar na een kwartier kwam hij terug en
mochten we door rijden. De slagboom werd geopend en wij konden de off road
piste vervolgen.
We kwamen nu op het gedeelte van de oude route Parijs -
Dakar. Geweldig!
Nu beseffen wij hoeveel inspanning voor mens en machine het
moet zijn om deze pistes met grote snelheden te kunnen bedwingen.
We kwamen bij een tweede militaire controlepost. Geen paspoortcontrole,
maar de vraag of wij ons bij de vorige controlepost hadden gemeld. De man telde
hardop: 'OK 1 voertuig, 1 hond en 2 personen, bestemming Lac Iriki'. Hij zei het met
een serieus gezicht waardoor hij de indruk wekte dat er bij werd gehouden wie
zich in de offroad pistes rond Lac Iriki bevond.
Als je dan zeker 3 weken vermist bent dan kunnen ze je
altijd nog komen zoeken als ze het tenminste nog weten dat je langs bent
gekomen :-).
Wij waren de enigen op Lac Iriki en Twan kon het natuurlijk
niet laten de auto even uit te testen :-).
We voerden in onze gps in dat we vanaf Lac Iriki naar de plaats M'hadid wilden gaan. Ons plan was om daar de volgende dag aan te haken bij een georganiseerde tour zodat we niet alleen de zandduinen van Erg Chegaga in hoefden te gaan. We voelden er namelijk niets voor om samen vast te staan in het zand zonder hulp van ander auto's om ons los te trekken.
Onze gps navigatie leidde ons vanaf Lac Iriki naar de N12.
Met nog 89 kilometer
te gaan naar M'hadid begonnen we aan het laatste stukje van de reis van de dag.
... De eerste 40
kilometer gingen snel omdat we nog op de zoutvlaktes van
Lac Iriki reden en met 100 km/uur door konden rijden richting het noordoosten.
Na 40 kilometer
kwamen we steeds nog niet het beloofde asfalt van de N12 tegen... en
bleek dus dat N12 niet meer verhard is na Foum Zguid (geen kaart en geen lonely
planet die daar duidelijk over is overigens).
Voor onverharde paden schrikken wij niet terug, maar
maximaal 15-20 km/uur kunnen halen door de enorme scherpe keien en kiezels op
het pad is gewoon niet leuk. Terug gaan was geen optie want dat zou nog langer
duren dus we moesten door.
We kwamen langs
nomaden met hun ezels en kuddes kamelen. De mensen zwaaiden niet meer vriendelijk toe,
maar sprongen op als ze ons zagen en kwamen gebarend naar ons toe rennen om te
vragen of we eten of sigaretten hadden.
Eenmaal aangekomen op een stuk rotslandschap waar geen
mensen of kamelen te zien waren stopten we de auto. De schokbrekers waren
loeiheet. Die moesten we eerst af laten koelen voordat we verder konden gaan. We
controleerden of alle bagage nog vast zat aan de auto en we gingen na een korte
pauze met nog 50
kilometer te gaan door richting M'hadid.
We hoopten alleen maar vurig dat we het zouden redden tot M'hadid
zonder problemen want inmiddels hadden we zelfs met ons Marokkaanse telefoonnummer
geen bereik meer en zouden we geheel afhankelijk zijn van een toevallige
passant (lees: Nomaden).
In de verte zagen we de zandduinen van Erg Chegaga opdoemen.
Dat betekende in ieder geval dat we in de buurt van M'hadid kwamen.
Het kiezelpad ging na ruim 20 kilometer over in
een pad van hard zand. Dat schoot wat meer op want naast de zorgen om de auto
baarde de tijd ons inmiddels ook zorgen. Het was al bijna half 6 en de zon zou binnen een uur onder zijn.
Zo'15
kilometer voor M'hadid ging het pad over in mul zand.
Hopend dat we niet vast zouden komen te staan in de donkere Sahara bleef Twan
sturen en gas geven.
We zagen dat we
M'hadid naderden door de aanwezigheid van zgn. commerciële kamelen (met zitjes
op de bult) , niet ter verwarren met de niet-commerciële kamelen van de
Nomaden.
Met succes reed Twan door want we kwamen zonder vast te
komen staan in het laatste schemerlicht aan op een camping in M'hadid.
We zijn overigens geen militaire controleposten meer tegen
gekomen. Er is dus niemand die checkt of je weer uit het gebied bent gekomen. In
ieder geval niet binnen een tijdsbestek van 3 weken :-).
De Marokkaanse campinghouder Hassan lacht hard om ons
verhaal terwijl hij onderuitgezakt aan zijn waterpijp lurkt. 'Man jullie hebben
gewoon geluk gehad, ze rekenen zomaar 10.000 Dirham (€1000,-) om je te komen
redden'. Lachend schenkt hij voor ons
allebei een kopje warme muntthee in. We zijn versleten.
Hoi Twan en Marloes we hebben jullie reisverhaal gelezen, harstikke mooi en een leuke ervaring misschien voor herhaling vatbaar, maar ook het ernaar toe leven en het bouwen van de auto maar ook voor wat je doormaakt met wat je overkomen is, ik denk dat je je daar wel aan kun optrekken en dat je bewijst dat er nog veel kan. groetjes Henri en Rieky van den Akker.
BeantwoordenVerwijderen