Wat is een bezoek aan Marokko zonder bezoek aan Ait ben
Haddou? Dat is naar Parijs gaan zonder de Eiffeltoren te zien of naar Londen
gaan zonder de Big Ben te bezoeken.
Ait Ben Haddou is een oude Kasbah, maar is voornamelijk
beroemd door de films die er op zijn genomen zoals Jewel of the Nile, Lawrence of Arabia en
Gladiator.
Maar, eigenlijk is Ait ben Haddou en enorme tourist
trap. Rijen met winkeltjes waar elke
winkelhouder je met alle macht naar binnen wil trekken en daarbij de
onderhandelingstechnieken start in de taal van het land waar hij vermoedt dat
je vandaan komt. "Ok geen Dirhams
bij je of wil je niets uitgeven? Dan wil ik best je poloshirt of je ketting
ruilen voor de spiegeltjes en kraaltjes in mijn winkeltje".
Omdat wij geen zin hadden om nog 3 weken rond te reizen met
een Berbers vliegend tapijt of een houten kameel vingen ze bij ons bot, maar de
busladingen Japanners en Duitsers volgden elkaar op om zich te verdringen
in de donkere winkeltjes.
Ait Ben Haddou is inmiddels grotendeels vervallen, maar er wordt hard aan gewerkt om het in de oude stijl te herstellen. Op de vers met leem gerepareerde muren wordt dan wel weer met graffiti geschreven waar je de plek kan vinden waar de film Gladiator is opgenomen. Onmisbaar voor degenen die zich even Russel Crowe willen wanen (of Danny de Vito in Jewel of the Nile want het is maar net met welke 'filmheld' je je identificeert).
Vanuit de drukte en warmte van Ait Ben Haddou belsloten we
over een bergweg richting het westen rijden. De slingerweg leidde ons naar het
prachtige landschap van de Hoge Atlas en langs de berg Jebel Siroua op 3304m
hoogte. Geen bomen, geen begroeiing, maar uitgestrekte vlakten met rotsen,
stijle berghellingen en uitzicht op de eeuwige sneeuw.
Het leek wel alsof wij al door de lokale bevolking
gesignaleerd waren want tijdens een stop langs de kant van de weg doken uit het
niets 3 mannen op ezeltjes op. Het leek erop dat de oudste man van het
gezelschap de baas was want hij kwam in zijn lange gewaad naar ons toe lopen en
keek ons van onder zijn tulband aan "Bonjour, vous voudriez
acheter?". Hij vouwde in zijn handen een Arabische krant open en liet
dieprood gekleurde safraan zien.
We waren niet geïnteresseerd in de Berber zijn safraan en
aangezien Boomer besloot steeds harder tegen de groep mannen te gaan blaffen en
te grommen besloten maar door te rijden.
We klommen steeds hoger de Atlas in en
inmiddels was alle bewegwijzering in het Arabisch. Onze navigatie was onze locatie
op de GPS inmiddels helemaal kwijt. We waren dus blij dat we na 30 kilometer
slingerwegen in een klein dorpje aankwamen zodat we waarschijnlijk op de kaart
terug konden vinden waar we zaten. Het
dorpje was te klein om noemenswaardig te zijn en stond helaas niet op de
kaart. Eenmaal door het dorpje heen hield
de weg ineens op.... geen onverharde weg die ons verder leidde richting het
westen, maar een stapel stenen en een grote modderpoel. Een groepje gesluierde
vrouwen keek ons vriendelijk lachend aan, maar boden geen hulp om ons de weg te
wijzen. Er zat niets anders op dan terug te gaan.
Terug op de slingerweg troffen we een paar werklui waarvan
wij hoopten dat zij ons vast de weg konden wijzen. We stopten en openden een
deur van de auto en vroegen de eerste de beste man van de ploeg in het Frans
waar wij waren en hoe we naar de plaats Askaoun moesten komen. Hij keek ons vragend aan en zei alleen
"non, non". Was de weg dan
echt afgesloten? Nee, de man bleek alleen Arabisch te spreken en ons niet te
begrijpen. Zijn collega snelde weg om iemand anders te halen. Een jongere man in een tulband en een lang blauw
gewaad kwam aanlopen. We herhaalden de vraag
en hij keek ons even niet begrijpend aan. Eindelijk kwam de voorman van de ploeg mannen
aanlopen. In zijn gebrekkig Frans probeerde hij ons uit te leggen dat er een
nieuwe weg was, maar deze was nog niet af. "Als u terug omhoog rijdt dan
vindt u een dorp en als u daar links aanhoudt dan kunt u door". "De weg stopt daar echt niet
hoor". Ja per ezel misschien, maar
zelfs per 4x4 konden wij geen route meer vinden.
Dan maar terug naar een lager gelegen dorp waar we vast een
afslag naar de doorgaande weg hadden gemist. Inzoomend op onze navigatie zagen we dat daar
de weg eigenlijk rechts afsloeg. Terug dus maar om er achter te komen dat de
enige bewegwijzering uit 2 kleine witte
roestige bordjes met Arabische tekens bestond.
Volgens de navigatie bleek de rest van de doorgaande weg te
bestaan uit 70 km
overhard pad dat dwars door de Hoge Atlas slingert. Maar wat doe je als het
inmiddels begint te schemeren? Helaas dus maar terug naar de bewoonde wereld en
een slaapplek zoeken. We waren er niet
rouwig om want we hadden een prachtige rit gehad die we anders niet hadden
meegemaakt.
In het schemerlicht tankten wij de auto bij uit de jerrycans
en reden in het donker over de doorgaande weg richting de dichtst bijzijnde
camping.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten